Na een lange barre tocht door het droge doore landschap, komt Sonho eindelijk aan bij de burcht van de teutoonse Orde. Hij is blij dat hij ht gehaald heeft. Zijn voeten doen pijn, maar gelukkig zijn zijn pas verworven schoenen nog heel. Fijn dat hij die nog heeft kunnen kopen voordat hij aan deze reis begon.
Enigzins onder de indruk van het imposante gebouw, scuifelt hij naar de poort, alwaar hij zachtjes op de massieve deur klopt.
klop klop
Terwijl hij rustig afwacht leest hij de uitnodiging van her Sjnoel nog eens aandachtig door. Heeft hij inderdaad alle benodigde gevens bij zichvraagt hij zich nog af.
Hij hoort al wat geschuifel in de richting van de poort komen. Op het moment dat het luikje opengaat, schrikt hij van de strenge blik van de poortwachter die hem doordringend aankijkt.
I...ikk b-b-ben Sonho, uit Leiden
stamelt Sonho uit
Ik ben hier gekomen op uitnodiging van Heer Sjnoel om hem te dienen.
Ik ben slechts een arme tarwe teler, maar ben bereid om mijn steentje bij te dragen aan de glorie van dit prachtige rijk.
Ook al ben ik nog zeer jong en onervaren (17 jui 1455), mijn leergierigheid zal me zeker helpen u goed te kunnen dienen.
Na deze woorden voelt Sonho zich alweer wat rustiger en gaat ook weer wat rechter staan.
Geduldig wacht hij het antwoord van de poortwachter af.