Een vrolijk zonnetje schijnt al aan aan hemel als Gherwina in de koets stapt. Vandaag zal ze het laatste deel van de reis naar het kasteel van de Teutoonse Orde afleggen. Vele weilanden met koeien, schapen en varkens, vele velden met gierst en tarwe, bossen en dorpen zijn al aan haar voorbij gegaan als ze in de imposante muur van het kasteel van de Teutoonse Orde steeds dichterbij ziet komen. De koets houdt halt voor de grote poort. Haar koetsier springt van de bok, opent de deur en helpt haar uitstappen. Gherwina is blij dat ze haar benen weer kan strekken en loopt naar een deur direct naast de poort, tilt de zware klopper op en laat hem weer vallen. Een dof geluid klinkt, ze doet een stap naar achteren en wacht geduldig tot er iemand komt om haar binnen te laten.
Vanachter de grote poort hoort ze de bevelen klinken en ze hoopt maar dat iemand haar heeft gehoord.