Vanuit de verte hoort Otto een luid schreeuwende man aankomen. Wie zou dat kunnen zijn? Otto staat op en kijkt door het raam naar buiten. Behalve een grote stofwolk, ziet hij niet veel. Wie ook dat lawaai maakt, kan hij nog niet zien. Otto neemt het zekere voor het onzekere en staat op.
Wanneer de stofwolk dichterbij komt, ziet hij dat het Lindross is. Otto's nors gezicht krijgt plots een kleine glimlach. Het vertrek van Lindross deed wat stof opwaaien, zijn aankomst blijkbaar ook (letterlijk dan). Otto opent de poort zodat Bruder Lindross erlangs kan.